Abstract
Het stimuleren van publieke participatie in de besluitvorming wordt aangeprezen als een manier om klimaatbeleid geaccepteerd te krijgen door het publiek. Toch is er weinig bekend over of en wanneer publieke inspraak de acceptatie van beleid kan vergroten. Dit geldt met name voor praktijken die door verantwoordelijke partijen worden georganiseerd om het publiek bij de besluitvorming te betrekken. Op basis van een grote hoeveelheid interdisciplinaire literatuur kunnen vier soorten normatieve normen voor effectieve publieke participatie worden gedestilleerd, die ik de vier D's noem: dialoog, beslissingsbevoegdheid, diversiteit en deliberatie. Normatieve normen kunnen echter onvoldoende zijn om tot een sociaal aanvaardbaar klimaatbeleid te komen, als mensen niet of te laat willen participeren in de besluitvorming en niet openstaan voor andere perspectieven. Het resultaat kan nepparticipatie, uitsluiting en polarisatie zijn - allemaal factoren die de acceptatie van klimaatbeleid door het publiek eerder verminderen dan vergroten. Inzicht in de publieke voorkeuren voor participatie is daarom cruciaal voor de implementatie van de vier D's en voor het bereiken van een maatschappelijk aanvaardbaar klimaatbeleid. Dit Perspectief-artikel is relevant voor wetenschappers, beleidsmakers, NGO's, bedrijven, belangengroepen en andere partijen die willen begrijpen hoe ze het publiek kunnen betrekken bij de besluitvorming over het klimaat.
Omstreden klimaatbeleid en de vier D's van publieke participatie: Van normatieve normen naar wat mensen willen
Goda Perlaviciute
16 november 2021
WIREs Klimaatverandering
https://doi.org/10.1002/wcc.749