Vanaf januari 2025 komen de deelnemers aan de Nationaal Burgerberaad Klimaat maandelijks bijeen met één einddoel: advies uitbrengen aan de Nederlandse regering over hoe Nederland het milieuvriendelijkst kan worden als het gaat om het voedsel dat we eten, de spullen die we gebruiken en de manier waarop we ons verplaatsen.

De bevindingen van de burgerberaad zullen worden meegenomen in het regeringsbeleid en het kabinet krijgt zes maanden de tijd om uit te zoeken hoe de bevindingen van de burgerberaad kunnen worden opgenomen in discussies in het Nederlandse parlement. De burgerberaad bestaat uit 175 deelnemers die de demografie van de Nederlandse samenleving weerspiegelen in termen van geslacht, regio, leeftijd, opleidingsniveau en opvattingen over klimaatbeleid. Ze komen zes keer bijeen in het voorjaar van 2025. Ze nemen hun eigen persoonlijke ervaringen mee en zien hoe Nederlandse organisaties op dit moment omgaan met duurzaamheid in voedsel, materiaalgebruik en transport.

Tijdens de 3e bijeenkomst op 8 maart ging de Nationaal Burgerberaad Klimaat in gesprek met meer dan 50 experts. De deelnemers kregen de kans om antwoorden te krijgen op al hun vragen door middel van diepgaande discussies met verschillende experts die hun kennis uit hun vakgebied deelden.

Onze collega professor Linda Steg was een van de 50 experts die waren uitgenodigd om de deelnemers aan de bijeenkomst toe te spreken en haar inzichten te delen over wat mensen motiveert om zich duurzaam te gedragen en wat ertoe leidt dat mensen milieuvriendelijker beleid meer accepteren.

Hier is een transcript van haar video-interview:

"Ik ben Linda Steg. Ik ben hoogleraar omgevingspsychologie in Groningen en ik doe onderzoek naar wat mensen motiveert om milieuvriendelijk gedrag te vertonen en wat mensen vinden van milieubeleid.

Ik ben gevraagd om kennis te delen over wat mensen motiveert om duurzaam gedrag te vertonen en ook onder welke voorwaarden mensen beleid acceptabel vinden om milieu te beschermen.

De mensen zijn heel erg geïnteresseerd in wat mensen nu motiveert en welke overwegingen ze in beschouwing nemen als ze een keuze maken. Dus denken ze alleen aan hun eigen belang of denken ze ook aan het belang van het milieu? Nou, ze denken aan beiden en ze zijn ook heel benieuwd naar de rol van de omstandigheden. Daar hebben we het ook heel veel over gehad.

De keuzes die wij maken zijn niet alleen maar omdat wij dat belangrijk vinden, maar worden heel erg bepaald door het aanbod. Dus als er geen goede openbaar vervoer verbinding is, dan kun je daar ook geen gebruik van maken. Als producten niet te repareren zijn, dan kun je ze niet reparaties laten plegen. Dus de omstandigheden zijn ook heel belangrijk en we hebben dus ook gesproken over dat gedragsverandering betekent dat ook bedrijven en overheden andere dingen moeten gaan doen.

Ik heb in het begin verteld dat gedrag echt een belangrijke impact kan hebben op de kwaliteit van het milieu en dat dingen die wij doen er echt toe doen. Ook al zijn het als individu kunnen we heel weinig doen, maar we zijn met heel veel individuen en samen kunnen wij heel grote impact maken. En we kunnen wel tot 40 tot 70% minder emissies hebben als wij nu ons gedrag aanpassen.

En dat kunnen we vooral doen door anders met spullen om te gaan, anders met voedsel om te gaan en meer duurzame mobiliteitskeuzes te maken. Dat zijn precies de thema’s waar wij het hier over hebben.”