Abstract
Uitfasering van fossiele brandstoffen is inherent aan duurzame energietransities, maar de uitvoering van energiebeleid dat gerelateerd is aan uitfasering brengt risico's met zich mee die de publieke steun ervoor kunnen beïnvloeden. Vertrouwen in instellingen die verantwoordelijk zijn voor het omgaan met deze risico's is cruciaal voor de acceptatie door het publiek, omdat het dient als heuristiek voor risicobeoordeling. In de huidige studie onderzoeken we aan de hand van het Nederlandse energiescenario hoe vertrouwen in instituties samenhangt met publieke steun voor het uitfaseren van aardgas in Nederland. We bouwen voort op eerder onderzoek door dit te onderzoeken voor de twee typen vertrouwen die in de literatuur het meest worden onderscheiden, namelijk competentie- en integriteitsgebaseerd vertrouwen, en voor instellingen die zowel op nationaal als lokaal niveau opereren. De resultaten toonden aan dat vertrouwen afhangt van het type vertrouwen dat mensen evalueren en van het niveau waarop de instelling opereert. Op lokaal niveau worden instellingen gezien als eerlijker en transparanter, terwijl ze op nationaal niveau worden gezien als deskundiger en met meer kennis van zaken. Verder verklaarde op integriteit gebaseerd vertrouwen in zowel lokale als nationale instellingen de publieke steun voor het uitfaseren van aardgas beter dan op competentie gebaseerd vertrouwen. We bespreken deze resultaten in termen van hun implicaties voor het energiebeleid en stellen voor dat beleidsmakers rekening houden met vertrouwensdynamiek en strategieën op maat maken op basis van vertrouwensdimensies en institutionele niveaus om uitfaseringprocessen te vergemakkelijken.
Vertrouwen in de minister of vertrouwen in de burgemeester? Gepercipieerde competentie en integriteit van centrale en lokale Nederlandse instellingen die energiezaken regelen
Gonzalo Palomo-Vélez, Goda Perlaviciute, Nadja Contzen en Linda Steg
24 april 2024
Mededelingen over milieuonderzoek, Volume 6, Nummer 4
DOI 10.1088/2515-7620/ad3f7d