Abstract
Publieke acceptatie van duurzaam energiebeleid is cruciaal voor een succesvolle overgang naar een duurzaam energiesysteem. Er is echter relatief weinig bekend over wanneer en waarom mensen energiebeleid acceptabel vinden. Wij onderzochten in hoeverre beleidskenmerken en individuele motivatiefactoren van invloed zijn op de acceptatie van duurzaam energiebeleid onder een representatieve steekproef in Nederland. Met behulp van een experimenteel ontwerp binnen de deelnemers beoordeelden 261 respondenten de aanvaardbaarheid van 24 energiebeleidsmaatregelen die systematisch varieerden op basis van het energiegedrag waar het beleid zich op richtte, of het beleid een push- of pull-ontwerp was en of het beleid aangaf geld te genereren van of toe te wijzen aan individuen, een milieufonds of een algemeen fonds van gebundelde financiën. We herhaalden eerdere bevindingen dat hoe sterker de biosferische waarden van mensen zijn, hoe acceptabeler ze duurzaam energiebeleid vinden. Bovendien vonden we dat het doelgedrag van een beleid de aanvaardbaarheid kan beïnvloeden, maar dat dit niet langer het geval is als we controleren voor biosferische waarden. Tot slot vonden we dat push-beleid acceptabeler werd gevonden als de inkomsten ten goede kwamen aan individuen of het milieu in plaats van algemene fondsen, en dat pull-beleid acceptabeler was als het betaald werd uit algemene fondsen en in mindere mate uit milieufondsen, in vergelijking met beleid dat betaald werd door individuen, en dat deze resultaten standhielden als we controleerden voor de biosferische waarden van mensen. In het algemeen suggereren onze bevindingen dat de aanvaardbaarheid van duurzame energiebeleid afhangt van de mate waarin individuen profiteren van het beleid. Belangrijk is echter dat de aanvaardbaarheid ook sterk afhangt van de mate waarin het milieu profiteert.
Wat beïnvloedt de acceptatie van duurzaam energiebeleid door het publiek? De cruciale rol van financiering en wie profiteert
Stephanie J. Zawadzki, Leonie Vrieling, Ellen van der Werff
Energieonderzoek en sociale wetenschappen
Mei 2022
https://doi.org/10.1016/j.erss.2021.102468
Stephanie J. Zawadzki, Leonie Vrieling, Ellen van der Werff